Colombia

Calí en de laatste loodjes Colombia

Na Bogotá was er nog één laatste plek die hoog op ons verlanglijstje stond om te bezoeken: Calí. Calí staat bekend als de salsahoofdstad van Colombia, en misschien wel van heel Zuid-Amerika en dit konden wij, als volleerde houten-planken-salsa-dansers natuurlijk niet overslaan.
Maar waar het nachtleven van Calí internationale faam heeft, is het overdag gewoon een doodnormale, iets te grote Colombiaanse stad. In het centrum heeft de commercie zo´n beetje al het andere verdrongen en naast de eindeloze rijen winkels hebben ook nog eens honderden straathandelaren een plekje gezocht om hun gekopieerde cd´s, hun namaak-merkkleren en hun altijd rinkelende wekkers aan de man te brengen. Dit maakt een wandeling door het centrum tot een ware commerciële survivaltocht, die overigens meestal erg vermakelijk is en die we zelfden ongeschonden doorkomen. Temidden van al dit kapitalistische geweld ligt het altijd aanwezige centrale plein met aan weerszijden de belangrijkste gebouwen van de stad en op de bankjes van het plein zelf uitrustende families, oude mannetjes en vrouwtjes en de nodige zwervers. Vanaf het centrale plein strekken in alle richtingen afwisselend arme, rijke en hele rijke wijken zich uit waar miljoenen mensen hun plekje hebben gevonden. Net als Medellín heeft de stad bijzonder weinig ´toeristenattracties´en het zegt genoeg dat de dierentuin wordt aangeprezen als een van de hoogtepunten.

cali-kerkrichting grens

Maar zoals gezegd kan je beter ´s avonds of ´s nachts Calí bezoeken dan overdag. Eigenlijk begint het nachtleven al na werktijd. Op de Avenida Sexta, een van de uitgaansstraten van de stad stromen na kantooruren de barretjes vol met groepjes collega´s die hun werkomgeving wel even willen inruilen voor een biertje en een paar salsapasjes. Omdat de concurrentie erg groot is heeft elke bar wel een of eerdere personen in dienst om buiten op straat deze groepen de weg te versperren en ze proberen over te halen om hun fles rum of hun kan bier in hun barretje te komen drinken. In de barretjes zelf heeft elke groep zijn eigen tafel en hoewel dat voor Nederlanders misschien erg ongeloofwaardig klinkt kan je gerust je tafeltje verlaten en je halfvolle fles rum of whisky laten staan zonder dat ook maar iemand er een vinger naar uitsteekt.
In de rest van Calí liggen her en der verspreid nog verschillende andere zones met barretjes, discotheken en honderden feestende Caleños. Sommige voor het meer arme deel van de bevolking en sommige voor het meer rijke deel van de bevolking. Één avond kwamen we terecht in het wat rijkere gedeelte en vielen we binnen bij disco Praga. Al gauw werd ons duidelijk hoe de huidige mode is in hip Calí: de man draagt een blousje of een polo (als het maar een kraag heeft), de vrouw draagt silliconentieten, een veel te klein truitje en een nog kleiner rokje. Wij gingen niet helemaal op in deze omgeving maar besloten toch maar gewoon te blijven, met dank aan de schaarsgeklede danseressen die af en toe het podium onveilig maakten.
Na een klein weekje Calí werd het weer tijd om door te reizen en het hoofdstuk Colombia af te sluiten. Omdat de busreis naar de eindhalte Quito nogal lang was besloten we een tussenstop (inclusief overnachting) te maken in Popayan, wat een van de mooiere steden van Colombia schijnt te zijn. Of het waar is weten we niet omdat we pas in de avond aankwamen en de volgende ochtend in alle vroegte weer in de bus stapte voor de rest van de reis. Deze reis voerde ons langs Pasto, Ipiales, de grens en Tulcan, alhoewel we van al deze steden niet veel meer hebben gezien dan het busstation... En na bijna 15 uur in allerlei verschillende busjes kwamen we ´s avonds laat het oude vertrouwde Quito weer binnen rijden...

Geschreven door Bart - mei 2007