Colombia
Emmers sap, zielige standbeelden en modderbaden
We zitten ondertussen in Bogota en hebben de laatste weken half Colombia doorkruist, dus hierbij even een snelle update van wie, wat en waar.
Het laatste verhaal eindigde ermee dat we Santa Marta binnen kwamen rijden. De eerste drie dagen in Colombia zijn we in Santa Marta zelf gebleven, al maakten we deze dagen wel uitstapjes naar het nabijgelegen Taganga. Taganga is een klein vissersdorpje met een smerig strandje, een heleboel jugo-stalletjes, nog veel meer Israëlische toeristen en daarnaast de plek om een duikcursus te regelen. Na drie dagen besloten we dan ook om al onze spullen weer in te pakken, ze achter in een taxi te gooien en ze in Taganga weer uit te laden om vervolgens bijna een week lang niet meer weg te komen uit dit dorp. De eerste nacht in Taganga hebben we nog gewoon in een hotel geslapen, de rest van de week hebben we onze nachtrust proberen te vinden in een klein warm kamertje met verrotte stapelbedden bij de duikschool die ons had weten te strikken. In een weekje Taganga hebben we vervolgens acht duiken gemaakt, een uitstapje gemaakt naar het mooiste strand ter wereld (zie eerder geplaatste foto´s), tientallen emmers vruchtensap gedronken, twee uitstapjes gemaakt naar een stripclub (ideetje van mijn Spaanse duikinstructeur), een bezoekje gebracht aan de plaatselijke disco en een goed gesprek gehad met een pratende papagaai.
Nadat we in de chaos die ons hotelkamertje op de duikschool was geworden weer al onze spullen min of meer hadden teruggevonden was het tijd om Taganga achter ons te laten en ook de rest van Colombia eens een bezoekje te brengen. Op het busstation van Santa Marta werden we bijna letterlijk besprongen door een horde driftige mannetjes die ons allemaal probeerden over te halen om met hun bus mee te gaan. We kozen uiteindelijk voor Expreso Brasilia omdat hun vertegenwoordiger bijna perfect wist na te doen hoe opgevouwen we zouden zitten als we met de concurrentie mee zouden reizen.
Twee uurtjes later reden we Barranquila binnen. Deze stad hebben ze voor het gemak maar weg gelaten uit de Lonely Planet en inderdaad is er weinig te doen. Het was er vooral erg warm en het hele centrum bestaat uit een grote markt waar alles wordt verkocht wat iedereen ook maar nodig of juist helemaal niet nodig heeft. We zijn een nachtje blijven slapen, hebben een rondje gemaakt door het centrum en hebben ons vervolgens door de taxi weer naar het busstation laten brengen. Met deze taxi zijn we nog even snel langs Barranquila´s misschien wel grootste en meteen ook meest trieste attractie gereden. In een parkje naast het stadion staat een zielig, lelijk roestend standbeeld van de meest beroemde inwoner van de stad: Shakira. De taxichauffeur schaamde zich eigenlijk om ons het standbeeld te laten zien en dit zegt eigenlijk genoeg over de stad.
Onze volgende stop beloofde meer goeds. Cartagena staat bekend als een van de mooiste, zoniet de mooiste stad van Zuid-Amerika. Het centrum bestaat uit een mooi, zeer goed geconserveerd, ommuurd centrum en een eveneens historisch, maar veel meer verarmd en verpauperd gedeelte. Ons hotel stond in dit laatste deel, dat zich ´s avonds leek te vullen met al het uitschot van de stad. Maar van hier was het slechts een klein stukje lopen naar inderdaad een van de mooiste stadscentra ter wereld. Dit gedeelte is geheel gericht op (de iets meer vermogende) toeristen en bestaat uit smalle straatjes, mooie pleintjes, nog mooiere kerkjes, goed geconserveerde koloniale gebouwen en door de straten rijden koetsen om toeristen heen en weer te brengen. Een groot deel van de tijd die we in Cartagena verbleven brachten we door in dit centrum. Zittend in een parkje, dolend door de straten of artesania kopend. Daarnaast hebben we echter ook nog een paar uitstapjes gemaakt, die we geheel volgens onze stijl pas op het laatste moment hadden geregeld (12 uur ´s avonds, de avond van te voren).
De eerste tour beloofde ons een serie afgelegen tropische eilandjes en een verlaten strandje, dat we dan wel moesten delen met de andere deelnemers aan de tour. In dit geval bleek dat we weer eens pech hadden: de andere deelnemers hadden de gemiddelde leeftijd van een goed gevuld bejaardentehuis en we zagen lijdzaam toe hoe onze boot werd volgeladen met omaatjes die we beslist niet in badpak wilden zien. De tour zelf viel ook een beetje tegen, al maakten we wel een leuk uitstapje naar een dolfinarium waar zelfs de haaien mooie kunstjes vertoonden. Het verlaten strandje stelde, net als de tropische eilandjes, niet veel voor en we hebben onze tijd vooral doorgebracht in het aanwezige zwembad en in de hangmat.
De tour van de volgende dag, eveneens geregeld op het laatste moment, schotelde ons een modderbad in een vulkaan voor. Onze droom van een 5000 meter hoge borrelende vulkaan, compleet met lava, rookwolken en daartussen in een modderbad spatte echter gigantisch uiteen bij aankomst. Wat we aantroffen was slechts een lullig heuveltje van nog geen 50 meter hoog waar je op moest klimmen om vervolgens uit te komen bij een klein (zelfs niet pruttelend) modderbadje. Gelukkig was dit bad wel erg relaxed. De modder is precies dik genoeg om te blijven drijven en speciaal getrainde mannetjes dreven rond om iedereen een moddermassage te geven.
Na deze twee tours hebben we het voor gezien gehouden in Cartagena. Het werd weer tijd voor iets nieuws en al wekenlang hoorden we het graf van Pablo Escobar roepen. Het werd dus tijd om deze roep maar eens te gaan beantwoorden en de nachtbus te nemen naar Medellín.
Ook in Medellín zijn we vervolgens bijna een week gebleven. Nadat we een nachtje hadden geslapen in een hotel waar normaal vooral per uur betaald wordt, hebben we de rest van de week doorgebracht bij een familie thuis. Meer hierover in het volgende bericht...
Geschreven door Bart - mei 2007 |