Nicaragua
Vulkanen zijn stom...
Inmiddels ben ik aanbeland in Costa Rica´s noorderbuur, namelijk Nicaragua! Er heerst hier een stuk meer armoede dan in Costa Rica, het weer is daarentegen veel beter en mijn maag trekt de Pacifische visjes een stuk beter dan die uit de Caraïben.
Vanuit San José heb ik een internationale bus richting de grens met Nicaragua genomen. Was erg relaxed, want bij de grens worden alle paspoorten ingenomen en gestempeld, waardoor je zelf lekker op je luie gat kan wachten totdat de stempels gezet zijn. No hassle! Aangekomen in Rivas, werd ik door een jonge taxichauffeur overgehaald niet naar Isla de Ometepe te gaan, wat mijn aanvankelijke plan was, maar naar de kust, San Juan del Sur, omdat daar een ENORM GROTE PARTY aan de gang zou zijn. Nu ben ik natuurlijk niet vies van een goed feestje, dus ik was makkelijk over te halen. De weg naar San Juan zat vol gaten en was deels geasfalteerd, waardoor we een uur deden over 18 km. Het feest in het dorp, die ik samen met een paar Amerikanen en een Engelsman uitcheckte, viel behoorlijk tegen, maar ach, waar bier is en veel mensen wordt het uiteindelijk altijd gezellig...!
De volgende dag gechilled op het strand, moed verzameld voor de volgende dag, en vandaag dan eindelijk voor het eerst van mijn leven een surfboard onder mijn voeten gevoeld...! Ik moet zeggen dat het best goed ging! Vrij snel kreeg ik de smaak te pakken en heb ik wat ´waves gechased!’ Goed, nou moet ik wel toegeven dat mijn knieën nu bont en blauw zijn... maar het was leuk! Die gasten hier sporen overigens echt niet, tussen rotsen de allerhoogste golven pakken en dan ook nog wat flikflaks en dubbele salto´s uitvoeren, bizar!
Het weer is hier heerlijk, ik zit nu in een open internetcafeetje waar de wind door mijn natte haren waait, en de temperatuur is nog steeds een graadje of 28, maar dan lekker. Het Nicaraguaanse bier smaakt ook goed -vooral als het ijs- en ijskoud is- en de visjes idem! Zoals ik eerder al schreef, merk je wel dat Nicaragua een stuk armer is dan Costa Rica, het is dan ook het op één na (Haiti) armste land van Latijns Amerika... Zag je in Costa Rica nauwelijks mensen bedelen of nutteloze prullaria op straat verkopen, hier is het aan de orde van de dag, ook veel kinderen. Nicaragua heeft in het verleden enorm veel bemoeienis van de VS gehad, omdat het strategisch gezien gunstig lag (voordat het Panama-kanaal gebouwd werd, dachten ze een verbinding tussen oost en west in Nicaragua te maken). De Sandinistas kwamen echter in opstand, en een hierop volgende burgeroorlog heeft het land jaren lang in zijn greep gehouden. Nu is alles weer redelijk tranquilo...
Na de uitermate succesvolle surfpoging in San Juan del Sur, toog ik samen met een leuk Zweeds meisje naar Rivas, om vanuit een nabijgelegen havendorpje de boot te pakken naar Isla de Ometepe. Dit eiland ligt in het Lago de Nicaragua, het grootste meer van Midden-Amerika. Het eiland wordt gedomineerd door maar liefst twee vulkanen, die ooit een wedstrijd hebben gehouden 'wie spuit er de meeste lava en stenen uit', waarna er tussen hen in een eiland ontstond. Het water in dit meer is zoet en warm, en dit meer bevat de enige zoetwater haaien ter wereld! In de jaren '80 echter zijn duizenden van deze beesten afgeslacht en per boot naar Azië gestuurd, om daar verder verwerkt te worden. Heden ten dage is het dan ook als een speld in een hooiberg zoeken naar een zoetwater haaitje... Vroeger dacht men dat het een speciaal soort haai was, maar inmiddels zijn de heren wetenschappers eruit dat het een 'normale' haai is die vanuit de Caribische kust via rivieren naar het meer gemigreerd is.
De boot zat vol met eilandbewoners, kippen en een handvol toeristen, en ik moest moeite doen mijn ogen ergens op het vasteland gefixeerd te houden, om mijn zojuist verorberde banaan niet meteen weer aan de haaien te voeren. Aangekomen op het vasteland, bleek dat de eilandbewoners er een sport van maken om pertinent verschillende bustijden door te geven. We hadden een bepaalde boerderij in gedachten waar we wel heen wilden, maar tien verschillende bronnen brachten ons tien verschillende manieren en tijden om er te komen. Uiteindelijk besloten we om het iets dichter bij huis te zoeken, en namen we onze intrek in een romantisch huisje met het meer in onze achtertuin, voor het luttele bedrag van 6 USD. De chickenbus erheen zat vol met kippen, huilende baby's en ander eilandgespuis.
Een korte wandeltocht langs het meer leverde vooral veel muggenbeten en mierensteken op, maar even ronddobberen in dit warme zoete water was toch ongekend! 's Avonds heerlijk gegeten samen met een Amerikaan, met wie we de volgende dag de vulkaan wilden gaan beklimmen. Deze avond hebben we eveneens ondervonden dat wat de Lonely Planet over de nationale psyche van de Nica's zegt waar is: 'Nicaraguans are a proud people. Ask a university student who the greatest poet was, and he'll probably reply 'Ruben Dario' .' In dit geval hoefden we er niet eens om te vragen, maar werden we getrakteerd op een uurtje Ruben Dario voordrachten, voor de gelegenheid zelfs vertaald in het engels.
De volgende dag stond het ontbijt om 06.30u klaar, en togen we met Rodolfo, onze gids, in een busje richting de vulkaan. Het was een zware tocht... Rodolfo had blijkbaar haast, want binnen 2 1/2 uur waren we boven. Het pad liep steil omhoog, zo steil dat je je voeten niet normaal neer kon zetten maar ongeveer op je tenen omhoog moest klauteren. Dit was dan ook een moment waarop ik voor het eerst blij was in plaats van gefrustreerd dat ik mijn bergschoenen mee had genomen. De vegetatie veranderde langzaam hoe hoger we kwamen, van tropisch heet en dampend regenwoud met veel brul- en wittebaardaapjes, naar meer normale bomen, wat droger, en natuurlijk winderiger. Zodra we de boomgrens gepasseerd waren stak er een wind op, die voelde alsof de vulkaan ons er af wilde gooien. We zijn dan ook niet hoger dan 1000m gestegen, omdat het iets te gevaarlijk was. De terugweg voer over hetzelfde pad. Rodolfo zag zijn lunch denk ik voor zich, want hij rende zowat de berg af. Op zich hielden we het allemaal aardig bij, maar toen sloeg het noodlot toe... Elin gleed uit, viel, en schreeuwde het uit van de pijn. Met zichtbaar door haar huid heen bewegende botten in haar onderbeen zag het er niet echt jofel uit… Onze vriend Rodolfo heeft haar uiteindelijk achter op haar rug naar beneden gesjouwd, wat nog aardig ver weg was. Na een helse tocht in de boot van het eiland naar het vasteland, uiteindelijk een privé-kliniekje gevonden waar de diagnose ‘dubbele geompliceerde botbreuk’ werd gesteld, en Elin te horen kreeg dat ze zo snel mogelijk geopereerd moest worden wilde ze überhaupt nog een been overhouden. Einde vakantie voor mijn Zweedse vriendin.
Ikzelf vervolgde mijn reis naar Granada, een leuke kleine koloniale stad. Aangezien ik door het dubbele botbreuk avontuur niet echt geslapen had de nacht ervoor, heb ik een beetje als een zombie een rondje gelopen, en de toeristische attracties vooral gemeden, maar wel veel buitenwijken en het 'echte leven' gezien.
De volgende dag met twee Amerikanen naar een meertje, Laguna de Apoyo, fantastisch helder water, het laagste punt van Nicaragua! Lekker rondgedobberd in een zwemband, biertjes gedronken, en gebaald dat we onze spullen niet hadden meegenomen zodat we daar konden tukken. Het was een klein paradijsje...
Geschreven door Manuela - 01 juli 2007 |